Vandaag wil ik jullie voorstellen aan Liset de Groot, een inspirerende operatieassistent en toegewijde triatlete die onlangs te maken kreeg met een onverwachte uitdaging. Liset schrijft in haar eigen woorden over de weg die ze heeft afgelegd na een zware knieblessure. Haar verhaal is er één van doorzettingsvermogen, veerkracht en hoop – een inspiratiebron voor ons allemaal.
Vrijdag 10 januari, 6.30 uur. Ik ga op weg naar mijn werk als operatieassistent in het Martini Ziekenhuis. Zoals altijd doe ik dat op de fiets. Op mijn werkfiets wel te verstaan. Het heeft geregend, maar Roland waarschuwt me: het kan wel eens glad zijn.
Deze week is de start van mijn triathlonseizoen, waarin ik ambitieuze doelen heb staan. In het weekend staan nog een zwem- en fietstraining gepland. Ook staat er een trailrun gepland samen met collega’s in het Drents-Friese Wold. Ik heb er zin in. Maar dan, ik ben aan het einde van de straat als ik wegglij met mijn fiets. Mijn fiets en lichaam vallen naar links, maar mijn rechtervoet blijft staan en in mijn val hoor ik dat er iets knapt in mijn knie. “Dit is foute boel,” denk ik meteen, en ik zie mijn seizoen aan mij voorbijgaan. Overeind krabbelend denk ik meteen: ik moet naar het werk. Mijn knie moet ik laten zien aan dr. Brouwer, orthopeed en gespecialiseerd in knieën. En deze vrijdag opereert hij. Schuifelend ga ik naar huis en stap in de auto naar mijn werk.
Dr. Brouwer constateert een gescheurde binnenband in mijn knie. Ik was er al bang voor, want ik voel dat ik geen stabiliteit heb in mijn knie. Maar hij verzekert me: dit geneest vanzelf. Zes weken brace. Niet hardlopen. Fietsen mag wel. Pas op met zwemmen, geen schoolslag. Dat komt goed, want schoolslag is toch mijn minst favoriete slag.



Die vrijdag ben ik erg verdrietig en baal ik als een stekker dat ik niet mee kan lopen in Appelscha. Op zaterdagmorgen is het moeilijk opstaan, omdat ik weet dat er niet hardgelopen, gefietst of gezwommen gaat worden. Maar goed, het is gebeurd en terugdraaien kan niet meer. Mijn collega’s hebben hard getraind, dus ik ga toch naar Appelscha. Bij de Bosbergtoren sta ik ze aan te moedigen. Voor hen totaal onverwacht, en ze zijn blij om me te zien. Op naar de finish. Ze hebben het gehaald. De woorden dat ze me gemist hebben onderweg, doen me goed.
’s Avonds pak ik de planning van 2025 erbij. Er gaan strepen door mijn deelname aan het Hondsrugcrosscircuit, waar ik op dat moment eerste in het klassement sta. Ook het lopen van een PR op de halve marathon van Haren gaat niet door. De halve marathon van Berlijn op 6 april blijft echter staan. Aan de start staan wordt het doel. Verder staat op 18 mei The Championship, een halve triatlon in Samorin, Slowakije, gepland. Ook daar aan de start staan wordt mijn doel. Ik zoek op internet oefeningen voor mediaal kniebandletsel en workouts voor mijn bovenlichaam. Aan mijn herstel werken ga ik zondag beginnen. Mijn blik is weer vooruit.

Inmiddels zijn we drie weken verder. Ik heb de afgelopen weken hard aan mijn herstel gewerkt. Elke dag doe ik de knieoefeningen en krachttraining voor mijn bovenlichaam. In de eerste week na mijn val ben ik twee keer op de Tacx rustig de pedalen rond gaan draaien, om te kijken hoe mijn knie dat zou vinden. Dat voelde goed. Inmiddels heb ik de fietstrainingen uit mijn schema weer opgepakt. Zo ook de zwemtrainingen – weliswaar zonder mijn benen te gebruiken, maar ik lig weer in het water. Ik voel per dag mijn knie sterker worden. Waar ik drie weken geleden nog zei dat aan de start staan het doel wordt, durf ik nu al te zeggen dat het doel is om fit aan de start te staan in Samorin.
Nog drie weken brace te gaan. Ik hoop dat dr. Brouwer straks zegt: je mag weer beginnen met hardlopen. Maar ik heb er vertrouwen in. Net als dat ik alle vertrouwen heb in Jouke, die ervoor zal zorgen dat ik, wanneer er groen licht is, daadwerkelijk topfit aan de start sta in Samorin.
Liset laat zien hoe belangrijk het is om niet op te geven en om altijd vooruit te kijken, zelfs in uitdagende tijden. Laten we haar verhaal gebruiken als motivatie om onze eigen doelen na te streven, hoe groot of klein die ook mogen zijn.